LOTTE’S BLIKVANGER #133
Week 2
Januari 2015
Dit is de honderd en drieëndertigste column
van Lotte’s blikvanger.
Een wekelijkse beschouwing over een
kunstwerk dat mijn blik ving.
TINO SEHGAL
Twaalf maanden; twaalf werken. Het is een overzichtstentoonstelling
van de Duits/Engelse kunstenaar Tino Sehgal in het Stedelijk Museum. Het is het
eerste grote inigatief van de nieuwe directeur Beatrix Huff. Tino Sehgal
studeerde eerst politieke economie en dans voordat hij in 2000 de overstap naar
beeldende kunst maakte.
Als ik de zaal binnen loop staan er een paar mensen te
kijken. Er hangt niks aan de muur, er staat geen object in de ruimte. In de
linkerhoek ligt een man. Hij lijkt in trance. Zijn bewegingen zijn gespannen. Ik
dwing mezelf om te blijven staan en kijken. Veel mensen lopen snel de ruimte
door, kijken schuchter naar de man en zorgen ervoor dat ze zo snel mogelijk
weer uit zijn buurt zijn. Het voelt eerst ongemakkelijk, ik wordt me bewust van
de aanwezigheid van mijn eigen lichaam. De man draag geel-zwarte Nike air
sneakers, groene sokken die langzaam overlopen naar geel, een blauwe blouse met
een grijze trui eroverheen. Zijn broek is groenig en verraadt zijn dunne benen.
De pijp is opgestroopt door de bewegingen
die hij maakt over de grond, op zijn scheenbeen is een moedervlek zichtbaar. Zijn
slapen worden al een beetje grijs. Zijn ogen houdt hij gesloten.
INSTEAD OF
ALLOWING SOME THING TO RISE UP TO YOUR FACE DANCING BRUCE AND DAN AND OTHER THINGS
De bewegingen zijn geïnspireerd op het werk van Bruce Nauman
en Dan Graham. Van het werk van Tino Sehgal is geen documentatie, geen foto
registratie, geen geschreven instructies voor de dansers, niks. Het zijn ‘situaties’
die in het moment bestaan, het is geen performance, het is een levend
kunstwerk. Ik ben gebiologeerd en na meer dan een half uur begin ik bewegingen
te herkennen. Een man en vrouw op leeftijd lopen langs. De man kijkt
geschrokken, laat de arm van de vouw los en begint terug te lopen. De vrouw
kijkt naar mij; ‘Ist das ein performance? ’Yes’, antwoord ik. De man draait
zich om, nijdig beent hij terug naar de grijsblonde vrouw, ‘Super.’, antwoord hij
mijgeïrriteerd. De aanwezigheid van een menselijk kunstwerk doet verrassend
veel mensen schrikken. Een jonge jongen vraagt me of hij erlangs mag
lopen.
De serie van twaalf situaties begint klein en zal naar een
hoogtepunt toe werken in ze zomer met meer
figuranten en interactie en daarna richting het einde van het jaar weer ingetogener
worden.
Na een uur verlaat ik het werk. Alle andere kunstwerken in
het museum lijken in het niets te vallen, dode objecten.
De trance verlaat me pas als ik de koude winterlucht op mijn
gezicht voel. Ik weet dat ik snel weer terug zal komen. Het werk zal nooit hetzelfde
zijn, iedere ervaring zal uniek zijn en enkel geregistreerd worden in de
herinnering van ieder.
-Lotte van Geijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten