4.17.2014

LOTTE’S BLIKVANGER #95

LOTTE’S BLIKVANGER #95
  
Constantin Brancusi
zelfportret in het atelier ca. 1934
dubbel belichte foto (gelatinezilverdruk)
pen en zwarte inkt
Week 16
April 2014

Dit is de vijfennegentigste column van Lotte’s blikvanger.
Een wekelijkse beschouwing over een (kunst)werk dat mijn blik ving.


CONSTANTIN BRANCUSI
LA COLONNE SANS FIN
1918
OAK
COLLECTION THE MUSEUM OF MODERN ART,  NEW YORK




We kopen een extra toeslag kaartje om de tijdelijke tentoonstelling te bezoeken die ik Blikvanger #93 besloot over te slaan.
Nu ga ik wel het kralengordijn door en stap de expositie: Rosso, Brancusi en Man Ray ‘Framing Sculpture’ binnen in het Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam.
De eerste zaal is voor Medardo Rosso, de laatste voor Man Ray, maar mijn hart gaat uit naar het werk van Constantin Brancusi in de middelste ruimte.

In het hart van de expositieruimte staat zijn ‘La colonne sans fin’ uit 1918.
Zesennegentig jaar oud.
Het sculptuur is iets meer dan twee meter hoog en staat op een wit plateau. Het is een herhaling van dezelfde vorm; acht maal.
Oak, eikenhout; ik zie kervingen van het gereedschap waarmee hij de vorm uit de boomstam heeft gehakt. ‘La colonne sans fin’; ‘De oneindige zuil’.
De geometrische driehoekige-vorm; kan zich eindeloos laten herhalen: naar boven en naar beneden. Het is dan ook onduidelijk te zeggen wat de bovenkant en wat de onderkant van het sculptuur is. Ik denk dat hij kan net zo goed andersom tentoongesteld had kunnen worden.

De tijdelijke expositie is bijzonder doordat er de sculpturen zelf tentoongesteld worden in combinatie met foto’s die de beeldhouwers zelf van hun werk hebben gemaakt.  

          
Constantin Brancusi
Maiastra 1912
Brons (gepolijst)
Tate London
Niet zozeer om hun werk te registreren, maar om de toeschouwers duidelijk te maken hoe hun werk te zien en te interpreteren. Brancusi besloot dat niemand anders zijn werk mocht fotograferen dan hijzelf waardoor hij de afbeeldingen van zijn werk volledig in eigen hand hield.

Ik vraag een bewaker of ik foto’s mag maken. Hij antwoordt me dat het niet mag. Het is wel in lijn met Brancusi zijn opvattingen.
Ik heb een kort gesprekje met de bewaker. Ik vraag hem wat zijn favoriete werk in de tentoonstelling is. Hij vind het gepolijste brons, goudglimmende beeld ‘Maiastra’ uit 1912 het mooist. Hij vertelt me enthousiast hoe hij zich heeft ingelezen in de tentoonstelling. Dat het wel kunst is waar je wat meer vanaf moet weten.

Constantin Brancusi werd geboren in Roemenie. Hij had een moeilijke jeugd.  Uiteindelijk rondde hij de kunstacademie in Bucharest af. Hij vertrok op 28 jarige leeftijd naar Parijs waar hij kort de leerling van Rodin was, maar zich al gauw realiseerde dat hij de grote kunstenaar in zichzelf wilde ontplooien. ‘Nothing can grow under big trees.’ Hij werd onderdeel van de Parijse kunstscene en raakte bevriend met onder andere  Fernand Léger en Marcel Duchamp, maar onderhield ook goed contact met andere Roemeense kunstenaars die in Parijs woonde.

                                                 ‘Nothing can grow
                                                      under big trees.’ 

Naast de kleinere versie van ‘La colonne sans fin’ uit 1918 is er in het Museum Boijmans van Beuningen een filmpje te zien van de grote uitvoering in Roemenie uit 1938.
Bijna dertig meter hoog.
Het werk staat in stad  Targu Jiu in vormt samen met zijn sculpturen ‘Tafel van stilte’, ‘Poort van de kus’ een gedenkteken voor de gesneuvelde Roemeense soldaten in de Eerste Wereld Oorlog.
De titel ‘La colonne sans fin’ verwijst naar het laatste oordeel, maar is ook een te interpreteren als een artistieke weergave van de wereldas: als een hemelzuil.
In het werk  ging hij opzoek naar de oorsprong. ‘Ik heb mijn hele leven naar de essentie van de vlucht gezocht, van het vliegen.’ Met de vlucht bedoelt hij de ontstijging en transcendentie van het menselijke zijn, het ontsnappen aan de zwaartekracht. De hemelzuil zet aan tot een spirituele vernieuwing.

‘Daarmee wordt de lucht gestut.'

        
Tekening van:
   'La colonne sans fin'
 1918

De Amerikaanse beeldhouwer, kunstcriticus en Brancusi-kenner; Sydnei Geist beschreef het werk als: ‘The top point of the Modern Art.’


 Toch kreeg het werk niet altijd de waardering die het verdiende. Het werk riep veel weerstand op in het communistische Roemenië. Rond 1950 maakte de overheid zelfs plannen om het kunstwerk te laten verwijderen. Het sculptuur werd slachtoffer van vandalisme; een poging de zuil om te trekken mislukte, maar zorgde er wel voor dat het werk was gaan overhellen. Daarna lieten ze het beeld verwaarlozen.
Na de Roemeense revolutie en de val van het communisme kreeg het sculptuur een eerherstel toen het werd opgenomen in de lijst van World Monuments in 1996. Hij werd rechtgezet en kreeg een laagje goud.



‘Zullen we naar Roemenie?’ Het lijkt me de moeite waard om eens af te reizen naar het Oosten om deze bijna dertig meter hoge, ‘the top point of the Modern Art’  te zien.

Maar voor de eikenhouten versie van iets meer dan twee meter hoog hoef je niet naar The Museum of Modern Art in New York af te reizen, maar kun je nu tijdelijk bewonderen in Rotterdam. En dat is zeer de moeite waard.
 De tentoonstelling is verlengd met twee weken: tot 25 mei 2014.

Lotte van Geijn
‘After La colonne sans fin’
Video van online foto
 http://www.jungspsychologie.nl
/artikelen-over-cg-jung/d
e-meervoudigheid-van-symboolbetekenissen/
2014
Ik vind het een ontroerende poging om de oneindigheid weer te geven en daarmee het dagelijkse te overstijgen.
‘Daarmee wordt de lucht gestut.’

-Lotte van Geijn 

Bekijk mijn kunstwerkje op:

https://vimeo.com/92021448 

Lotte van Geijn
‘After La colonne sans fin’
2014


1 opmerking:

  1. Wauw lot, ziet we te gek uit. Dat bronze beeld doet me denken aan een werk van thieu zn oom, heel mooi. Zeker maar weer een keer naar roemenie, ik ken de weg wel;)

    BeantwoordenVerwijderen