LOTTE’S BLIKVANGER #92
Herman Lamers |
Week 13
Maart 2014
Dit is de tweeënnegentigste column van Lotte’s blikvanger.
Een wekelijkse beschouwing over een (kunst)werk dat mijn
blik ving.
ZACHT&AARDIG
Ik ontvlucht de Poolse bouwvakkers; die ook op
zaterdagochtend vroeg aan het werk gaan. Ik ontvlucht de lallende ballen die
tot ‘s avonds laat onder mijn raam langs komen en ik ontvlucht de eindeloze
stroom aan toeristen die Amsterdam meer een attractiepark maken dan een stad om
in te wonen. (Het centrum in ieder geval) en geniet de het eerste half uur door
enkel op een stoel te gaan zitten en te luisteren….: Oorverdovende stilte.
Langzaam adem ik uit en ontspannen spieren, waarvan ik niet
wist dat ik ze had, zich stuk voor stuk.
Ik voel me in Amsterdam als een opgejaagd stuk vee. Altijd
op mijn hoede voor een onverwachts geluid of een onverwachts verkeer, want
zelfs op het trottoir ben je niet veilig. (Afgelopen week reed een man mijn vol
aan met de fiets terwijl ik rustig op de stoep liep).
Hier moet ik dit een paar
keer voor mezelf herhalen; laat los er is
hier geen gevaar. En ik besef me eens te meer hoe ongewoon en onaangenaam
het is om voor de zesde keer naast een verbouwing te wonen. Ik ben niet van
beton.
Maargoed ter zake. Rotterdam heeft namelijk een bijzonder
zacht&aardig weekend voor me in petto. Het wordt een weekend
waarin in ik gevallen steken op pak.
Collega-kunstenaar Folke Janssen legt me uit dat je mensen om je heen verzamelt die
in dezelfde levensfase zitten als jijzelf en worstelen met dezelfde vragen.
Gelijkgestemde die je laten zien wat er in je eigen leven afspeelt.
Ik ben in Rotterdam en ik na enkele omzwervingen en een
lunch betreed ik het Museum Boijmans Van Beuningen. Er zijn meerdere tentoonstellingen, ik bezoek altijd 1 tentoonstelling
per keer, meer kan ik niet opnemen en ik stort me graag volledig in een ding. Zodoende
besluit ik te gaan voor Alexandra Bircken en de tentoonstelling van Brancusi,
Rosso en Man Ray te bewaren voor een andere keer.
Alexandra Bircken maakt driedimensionale objecten uit
verschillende als bestaande voorwerpen. Duidelijk zijn haar voorgangers,
inspiratoren te herleiden, zoals Duchamp, Eva Hesse, en Beuys. Het werk
bevat een sterk element van vrouwelijkheid. Sensueel, sterk, feministisch. Maar
ook de testosteron mis niet, de motor die als door een vlijmscherp zwaard
doormidden is gekliefd en de motorpakken die tot tweedimensionaal oppervlakte
zijn uitgestript, als de gefileerde huid van een gestroopte haas. Drie stuks
hangend aan de muur als trofees zoals hertenkoppen. Combineert ze met een
bronzen beeldje van een kut.
Andere sculpturen lijken meer te gaan over het
opheffen van de grenzen tussen natuurlijke en niet natuurlijke materialen. Zo loopt in het
sculptuur Chariot (Rijtuig), de takken naadloos over in het frame van een fiets
en lijken de lipjes; met daaraan vast de dekseltjes van blikjes, als bladeren aan
de tak te hangen.
Mannelijke versus het
vrouwelijke, het ambachtelijke versus met machinale, ik vind het wat verouderde
clichématige onderwerpen die ze niet echt vanuit het hedendaagse perspectief bevraagd,
MAAR:
Echte kunst, echt goede kunst, zijn dingen die (nog) geen
betekenis hebben, die zinloos en ondefinieerbaar zijn. Dingen die zich nog niet
hebben gemanifesteerd in onze werkelijkheid, die nog geen context hebben
gekregen en die onbenoembaar zijn. Een kopje is een kopje. De vorm heeft een
functie en een betekenis. De context is duidelijk en het ding, het kopje, heeft
zijn plek in de wereld veroverd, hij manifesteert zich. De sculpturen van
Alexandra Bircken zijn hierin in meer en mindere mate geslaagd in hun
ondefinieerbaarheid.
Als ik het object,
het kunstwerk Eddie ‘The Egle’ bekijk
lijkt het alsof ik het niet kan zien. Het is iets wat ik nog nooit heb gezien
en daardoor lijkt het zich niet aan me te openbaren. Ik begrijp niet
wat ik zie en daardoor kan het in eerste instantie ook echt niet zien. Pas bij
een twee en derde keer bekijken lijkt het mijn brein te wennen aan de nieuwe
vormen. Herkenbare elementen als een slee, de uitlaatpijpen van een auto, een koord
en genoopte structuur als van een krantenmand, beginnen zich in
mijn brein te manifesteren en het lijkt erop dat ik begin te accepteren dat
deze elementen samen een nieuw ding vormen. Dat het een nieuw ding in de wereld
is.
Bij mijn route terug
om de tentoonstelling voor een derde keer te bekijken, de suppoost denkt
ondertussen dat ik met hem flirt en achter hem aan loop, hij knipoogt, komt er
opeens een grote man met wit haar me tegemoet. Als in een flits denkt ik; Herman! Herman Lamers. Ik wil roepen, maar iets in mij haalt mijn kinderlijk enthousiasme
onderuit en zijn naam blijft steken in mijn keel. De onmogelijke geachte: 'Hij kent me vast niet meer... slaat me neer.
Herman Lamers is druk pratende met een vrouw met half lang donker haar,
daardoor ziet hij me niet en slaat rechtsaf de volgende ruimte in. Ik kijk hem
na, loop een stukje mee, en twijfel weer. Herman Lamers was een legendarische
docent van mij op de kunstacademie in Den Bosch. Herman Lamers, veel studenten
vreesde hem. Zijn bulderende stem, zijn vlijmscherpe kritiek, ook mij heeft hij
weleens tot aan tranen toe gekregen. Maar wat ik me vooral herinner is zijn
aanstekelijke enthousiasme, zijn indrukwekkende kennis van de voorgangers in de
kunstgeschiedenis en zijn altijd dwingende energie om meer uit jezelf te halen.
Hij gaat een kralengordijn door naar de tentoonstelling van
Brancusi, Rosso en Man Ray. Daarvoor is een extra kaartje nodig met 5euro
toeslag, dat heb ik niet. Ik heb de neiging te roepen: HERMAN! Maar ik doe het
niet, alsof hij in een andere wereld staat en ik naar een vorig leven kijk.
Later drink ik een muntthee met een Folke Janssen waarmee ik samen
op de academie heb gezeten. We hebben elkaar vijf jaar niet gezien. Het is fijn een gelijkgestemde te ontmoeten. We spreken over kopje onder
gaan, maar altijd weer boven komen: en sterker.
Het is een zacht & aardige ontmoeting. Vriendelijk, bevestigend,
inspirerend en bemoedigend.
(Het jaar van de Ananas. Een trofee in het
raamkozijn.)
Rotterdam is zacht en aardig voor me en bied me ruimte voor
nieuwe inzichten. Het geeft me de stilte die nodig is om tot hard werken en focus te komen en laat me de mensen ontmoeten die me wellicht kunnen laten zien waar ik nu sta in mijn kunstenaarschap.
-Lotte van Geijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten