LOTTE’S BLIKVANGER #24
Week 48
November 2012
Dit is de vierentwintigste
column van Lotte’s blikvanger.
Een wekelijkse recensie over een werk dat mijn blik ving.
De onderdoorgang van het Rijksmuseum in Amsterdam. Ik ga
mijn vingers niet branden aan de nog steeds lopende discussie of hij nu wel of
niet weer fietstoegankelijk zal worden. Ik wil het graag hebben over het beeld
dat rechtsboven deze koepelonderdoorgang staat. Precies tussen de twee symmetrische
torens is er een puntdak en daar staat ze.
De engel met de cirkels.
Als middelbare school scholier fietste ik dagelijks onder
haar door. Ik keek altijd even naar boven en knikte naar haar. De unieke
bronzengroene kleur. De Engel. De grote statige vleugels die boven haar schouders
uit toornen. De armen recht vooruit met in beide handen een cirkel. Twee
kransen misschien.
Zij waakt over de stad, over de fietsers, over mij.
Deze week heb ik haar
eens extra goed bekeken. Ik ben gestopt met de fiets en ben een stukje naar
rechts gelopen. Van opzij zijn naar vleugels nog mooier en statiger.
Ooit heb ik een klein fotootje van haar uit een krant
genipt. Netjes alle tekst rondom weggeknipt. Ze draagt een kroontje. Het
krantenknipsel is vergeeld en beschadigd en rechtsboven haar tussen haar
vleugels zit een soort vetvlekje; een klein donderwolkje.
Hij zit in een vierkante lijstje, links onderin de hoek. Ik
schat dat hij drie en een half keer in
zou passen. Het lijstje heeft een vergeelde kartonnen achterkant en ornamentjes
in elke hoek. De achterkant heeft een mooi gemaakt pootje met een metalenpinnetje
zodat hij op zichzelf kan blijven staan.
Het lijstje kocht ik ooit op een liefdereis
naar het noorden van Europa. In Kopenhagen, als aandenken. Er zat geen
afbeelding in alleen een oranjebruinachtig velletje papier wat ik ooit weer heb
gebruikt voor een doosje van een kunstwerkje.
De engel woont al lang in dit
lijstje. Altijd ergens in mijn keuken. Staand of hangend. Ze waakt over mijn keuken. Bijgeloof.
Ik ben absoluut atheïst, net als Redmond O’Hanlon en toch soms
ook net zo bijgelovig als hij. O’Hanlon is schrijver, hobbybioloog, maar vooral
ontdekkingsreiziger die meevoer met de Beagle
in het kielzog van Darwin en daarna zijn eigen programma had: O’Hanlons Helden waarin hij in de voetsporen
trad van 19eeeuwse ontdekkingsreizigers. In aflevering #2 Opzoek naar Kannibalen vertelt hij dat
hijzelf ook een fetisj met zich meedraagt die hij in de jaren tachtig liet
maken door een Congolees kruidenmannetje.
Dat er een
kindervinger in de fetisj verwerkt zat, beschouwde O'Hanlon in eerste instantie
als een sprookje. Tot een eveneens Congolese dame, die de bagagescanner op
Heathrow Airport bediende, een gil slaakte bij het scannen van de fetisj. O'Hanlon mocht kijken en zag: inderdaad, een kindervinger.
Darwin, Charles Robert Darwin. The Origin of Species 1859. Goddank!
-Lotte van Geijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten