LOTTE’S BLIKVANGER #23
Week 47
26 November 2012
Dit is de drieëntwintigste column van Lotte’s blikvanger.
Een wekelijkse recensie over een werk dat mijn blik ving.
Als ik binnen kom staat er een fragiel meisje een lied te
zingen. I’m sexy and I know it… en als
ik me niet vergis schreef Nico Dijkshoorn ooit over dit lied in de Volkskrant. Nee het is juist niet sexy when you
know it.
Ik ben in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam. Theater van’t woord. Nico Dijkshoorn en Jasper
Krabbé over kijken naar kunst. Het is geen volle bak en ondanks mijn
aanwezigheid is de gemiddelde leeftijd boven de vijftig. De bibliotheek is misschien
een fossiel geworden, de sprekers zeker niet. Jasper Krabbé is een ware
hartendief. En als hij eenmaal van wal steekt over kunst is zijn enthousiasme erg
aanstekelijk.
Hij vertelt over het moment waarop de kunst zijn hart stol. In Wenen,
18 jaar met zijn vader. Egon Schiele. De totale ontroering van het wezenlijke. De
schoonheid van het tijdelijke en tegelijkertijd van het vergankelijke. Dan echter
begint hij een pleidooi over het kijken naar kunst zonder kennis, zonder
jargon, zonder al het lingo, zoals
hij het noemt. Mijn hart begint sneller te kloppen, ik wil roepen en er tegenin
gaan, maar de setting voelt alsof ik naar een grote televisie kijk. En praten
tegen de televisie is seniel. Ik bijt mijn tong af.
Er wordt niet genoeg over kunst gepraat en geschreven vind
Jasper. Hij denkt niet aan zijn lezers als hij schrijft in zijn column over
kunst in Parool. Ik wil mensen nieuwsgierig maken en aansteken. Ik wil mijn
vinder op steken en als ik de beurt krijg roepen; JAJA dat is precies wat ik ook
bedoel. Kunst explicateur wordt het genoemd in de Volkskrant. Geniale term. Ik
doe mee.
Dat iemand met je kunst wilt leven is communicatie op het
hoogste niveau, woordeloos begrip. Van de allerbeste kunst wordt je stil.
Ik hoor opeens mijn eigen hart kloppen.
En toch zoveel woorden
die we hier weer hebben, lacht de gespreksleider Jasper Henderson. Het ritme
van de tijd. Het haalt Titaantjes
aan: een scene waarin Bavink de zon
probeert te schilderen, maar dat ene moment vangen,dat lukt me niet. Hij grijpt
steeds weer net mis. Jasper Krabbé, Closer
to You
240 losse werken, allemaal ander materiaal en ander formaat.
Hangend met de bovenrand op gelijke hoogte als een horizon, schouder aan
schouder. Samensmeltend als één werk. Zijn muze; zijn vrouw. Allemaal portretten
om dat zonne-moment te vangen. Zijn hartendief. Elke poging tot benadering is de
moeite waard. Tussen maker, object en toeschouwer ligt het ongrijpbare.
Nico Dijkshoorn schuift aan. Zijn boek Dijkshoorn kijkt kunst is net verschenen. Een audio-tour langs
werken in Het Kröller-Müller Museum. Wanneer zijn hart door de kunst werd
gestolen?
Kienholz, het Stedelijk Museum
Amsterdam, puber van dertien. Éen: Je
kon erin lopen, een kunstwerk waar in kon. Twee: Het idee van een café was
nieuw.
De suppoost begon tegen me aan te lukken. De klokken staan
voor de tijd. En het laatste waar ik op dat moment behoefte aan had was uitleg.
Dijkshoorn leest voor, ik kijk naar een gebeamed beeld van
negen opgezette, hangende tijgers met speren door hun lijf en hoor Dijkshoorn vertellen
over een moeder en een kind. Zij wijkt al snel af naar haar eigen vreemdgaande
man.
Kunst hoef je niet aan een kind uit te leggen, een kind moet
het aan jou uitleggen, zegt Nico later.
Toch ben ik van mening dat; de kunsthistorische kennis die
je blik later zal sturen, ervoor zorgt dat je geen doktertje blijft spelen,
maar hartchirurg wordt. De eindeloze oefening en herhaling totdat je het kunt
loslaten en het vanzelf gaat. Pas daarna is de blik weer onbevangen.
Dan roept een meneer door de zaal. Hij wil de clown horen. Ja
de clown, daarvan kreeg hij buikpijn van het lachen. Dijkshoorn kijkt met kwajongens
oogjes op en pakt zijn scalpeermesje. En even lijkt het televisiescherm open te
breken.
Na afloop gaat het I’m
sexy and I know it- meisje met hem op de foto. Hij signeert zijn boek. Hij
verovert de harten van de bakvis-vijftigers. Jasper staat aan de bar met een
biertje en twee blonde vrouwen.
Ik voel iets vlijmscherps.
De volgende keer wil ik ook IN die operatiezaal staan en niet meer achter het
glas meekijken. Stelen, misgrijpen, stil worden, sneller laten kloppen,
veroveren en weer misgrijpen, laten spreken, luchten en tot bloedens toe
dichterbij komen. Wie durft?
-Lotte van Geijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten