11.30.2012

LOTTE’S BLIKVANGER #23


LOTTE’S BLIKVANGER #23
Week 47
26 November 2012 











Dit is de drieëntwintigste column van Lotte’s blikvanger.
Een wekelijkse recensie over een werk dat mijn blik ving.

Als ik binnen kom staat er een fragiel meisje een lied te zingen. I’m sexy and I know it… en als ik me niet vergis schreef Nico Dijkshoorn ooit over dit lied in de Volkskrant. Nee het is juist niet sexy when you know it.
Ik ben in de Openbare Bibliotheek van Amsterdam. Theater van’t woord. Nico Dijkshoorn en Jasper Krabbé over kijken naar kunst. Het is geen volle bak en ondanks mijn aanwezigheid is de gemiddelde leeftijd boven de vijftig. De bibliotheek is misschien een fossiel geworden, de sprekers zeker niet. Jasper Krabbé is een ware hartendief. En als hij eenmaal van wal steekt over kunst is zijn enthousiasme erg aanstekelijk. 
Hij vertelt over het moment waarop de kunst zijn hart stol. In Wenen, 18 jaar met zijn vader. Egon Schiele. De totale ontroering van het wezenlijke. De schoonheid van het tijdelijke en tegelijkertijd van het vergankelijke. Dan echter begint hij een pleidooi over het kijken naar kunst zonder kennis, zonder jargon, zonder al het lingo, zoals hij het noemt. Mijn hart begint sneller te kloppen, ik wil roepen en er tegenin gaan, maar de setting voelt alsof ik naar een grote televisie kijk. En praten tegen de televisie is seniel. Ik bijt mijn tong af.
Er wordt niet genoeg over kunst gepraat en geschreven vind Jasper. Hij denkt niet aan zijn lezers als hij schrijft in zijn column over kunst in Parool. Ik wil mensen nieuwsgierig maken en aansteken. Ik wil mijn vinder op steken en als ik de beurt krijg roepen; JAJA dat is precies wat ik ook bedoel. Kunst explicateur wordt het genoemd in de Volkskrant. Geniale term. Ik doe mee.
Dat iemand met je kunst wilt leven is communicatie op het hoogste niveau, woordeloos begrip. Van de allerbeste kunst wordt je stil.
Ik hoor opeens mijn eigen hart kloppen.
En toch zoveel woorden die we hier weer hebben, lacht de gespreksleider Jasper Henderson. Het ritme van de tijd. Het haalt Titaantjes aan: een scene waarin Bavink de zon probeert te schilderen, maar dat ene moment vangen,dat lukt me niet. Hij grijpt steeds weer net mis. Jasper Krabbé, Closer to You
240 losse werken, allemaal ander materiaal en ander formaat. Hangend met de bovenrand op gelijke hoogte als een horizon, schouder aan schouder. Samensmeltend als één werk. Zijn muze; zijn vrouw. Allemaal portretten om dat zonne-moment te vangen. Zijn hartendief. Elke poging tot benadering is de moeite waard. Tussen maker, object en toeschouwer ligt het ongrijpbare.
Nico Dijkshoorn schuift aan. Zijn boek Dijkshoorn kijkt kunst is net verschenen. Een audio-tour langs werken in Het Kröller-Müller Museum. Wanneer zijn hart door de kunst werd gestolen? 
Kienholz, het Stedelijk Museum Amsterdam, puber  van dertien. Éen: Je kon erin lopen, een kunstwerk waar in kon. Twee: Het idee van een café was nieuw.
De suppoost begon tegen me aan te lukken. De klokken staan voor de tijd. En het laatste waar ik op dat moment behoefte aan had was uitleg.
Dijkshoorn leest voor, ik kijk naar een gebeamed beeld van negen opgezette, hangende tijgers met speren door hun lijf en hoor Dijkshoorn vertellen over een moeder en een kind. Zij wijkt al snel af naar haar eigen vreemdgaande man.
Kunst hoef je niet aan een kind uit te leggen, een kind moet het aan jou uitleggen, zegt Nico later.
Toch ben ik van mening dat; de kunsthistorische kennis die je blik later zal sturen, ervoor zorgt dat je geen doktertje blijft spelen, maar hartchirurg wordt. De eindeloze oefening en herhaling totdat je het kunt loslaten en het vanzelf gaat. Pas daarna is de blik weer onbevangen.
Dan roept een meneer door de zaal. Hij wil de clown horen. Ja de clown, daarvan kreeg hij buikpijn van het lachen. Dijkshoorn kijkt met kwajongens oogjes op en pakt zijn scalpeermesje. En even lijkt het televisiescherm open te breken.
Na afloop gaat het I’m sexy and I know it- meisje met hem op de foto. Hij signeert zijn boek. Hij verovert de harten van de bakvis-vijftigers. Jasper staat aan de bar met een biertje en twee blonde vrouwen.
 Ik voel iets vlijmscherps. De volgende keer wil ik ook IN die operatiezaal staan en niet meer achter het glas meekijken. Stelen, misgrijpen, stil worden, sneller laten kloppen, veroveren en weer misgrijpen, laten spreken, luchten en tot bloedens toe dichterbij komen. Wie durft?
-Lotte van Geijn 








Geen opmerkingen:

Een reactie posten