11.27.2014

LOTTE’S BLIKVANGER #127

    

LOTTE’S BLIKVANGER #127
Week 48
November 2014

Dit is de honderd zevenentwintigste column van Lotte’s blikvanger.
Een wekelijkse beschouwing over een kunstwerk dat mijn blik ving.






PIXADORES

Ik bezocht het IDFA-festival in Amsterdam; the International Documentary Film Festival Amsterdam 2014. Voor het eerst ging ik naar een première.
Waarom draaide deze  documentaire niet in de prachtige, grote zaal van Tuschinski Bioscoop, maar in zaal 10 van de Munt Pathe?

Het is een wereldpremière. De regisseur is zelf aanwezig. Na de vertoning van de film krijgt het publiek de gelegenheid om hem een aantal vragen te stellen. Hij vertelt openhartig dat hij in 2010 zijn project startte dat uiteindelijk tot deze documentaire leidde. Een klein onderdeel van een eerder script bevatte het fenomeen 'train-surfing', maar omdat dit niet gebeurt in Helsinki, waar hij vandaan komt, vertrok hij naar Brazilië. In San Paulo ontmoette hij een groep jongens die hem het train-surfen wilde laten zien, maar hoe hij deze jongens heeft ontmoet blijft onduidelijk.

Train-surfen is uit het raam klimmen van een rijdende metro, op het dak te klimmen en met je neus in de wind als in de houding op een surfboard alle sores van je af te laten glijden en in het moment te genieten van de kick, van de adrenaline die het opwekt.


Waarom besluit de regisseur Amir Escandari om het welvarende Finland te verlaten en uitgerekend naar favela's van Brazilië te vertrekken?

Had hij een gemeenschappelijke vriend met de vier jongens uit de favela's van San Paulo? Met Djan, William, Ricardo en Biscoito? Het lijkt onwaarschijnlijk, omdat de twee werelden zo ver van elkaar af liggen. De regisseur komt zelf de gehele documentaire niet in beeld. In de vragenronde vertelt hij dat ondanks dat hij geen Portugees sprak hij besloot zijn eerdere script weg te gooien en zijn documentaire over deze jongens te maken. Maar overstijgt  de film wel de schijnbare hang naar ruigheid en verlangen naar avontuur van de regisseur zelf? Of is hij opzoek naar een ander perspectief dan zijn westerse blik?


Ik ben te verlegen om in het openbaar een vraag te stellen, maar als de zaal leeg loopt besluit ik de regisseur toch nog even één op één  aan te spreken. Ik feliciteer hem met zijn première. Hij heeft prachtige bruine ogen. Ik vraag hem hoe de film zijn leven heeft veranderd. Hij kijkt me verrassend aan; 'In many ways, in many ways. How we use public space for example, I see that totally different now.' Ik vertel hem dat zijn film mijn ogen heeft geopend, mij een andere wereld heeft laten zien. Ik de bijna onbegaanbare steegjes in favela's in mijn hoofd vergelijk met onze perfecte straten en wegen.

Opvallend aan de documentaire Pixadores is dat hij in zwart-wit is. Het is een riskante keus. Het maakt de film rauwer, meer grafisch en het lijkt te kloppen met de politieke lading; met de grote contrasten in rijk en arm in San Paolo, maar het esthetisch, nostalgisch effect neemt helaas de overhand.

Het is al vrij vol in de zaal als ik binnen kom, daardoor ben ik gedwongen om op de derde rij van voren plaats te nemen. Iets dat ik waarschijnlijk nooit uit vrije keus zou doen, maar het pakt goed uit. Ik voel me volledig in de film gezogen en vergeet de mensen om me heen en de dingen die ik nog moet doen.

De Pixacao bestaan al 22 jaar. De leider van de vier jongens, Djan,  is er al 13 jaar bij betrokken. Ze hebben suffe baantjes om hun geld te verdienen; om hun alimentatie te kunnen betalen of bakstenen en cement te kunnen kopen om zelf hun eigen muren van hun huis te bouwen. Eén van de jongens, William is analfabeet, hij kan niet lezen of schrijven, toch schrijft hij, op de muren van de stad. Hoog op smalle gebouwen.
Als 'free climbers' klimmen ze 'snachts de gebouwen op met gevaar voor eigen leven. De regisseur vertelt dat hij wel meeging met het train-surfing, maar absoluut niet de gebouwen op. 'In 2010 stierven er drie mensen tijdens deze acties, gelukkig niemand wie hij volgde.'

Eén van de jongens verwoord het mooi.
'No fear of falling, but fear for not coming back to the ones who loves you.'


 Met hun acties gebruiken ze de openbare ruimte om hun ongenoegen over de situatie in de stad te uiten. Hun motieven zijn politiek, maar wordt dit genoeg uitgelicht in het verhaal met een enkel statement als: 'Spraycan is our wapon.'?  Duidelijk wordt wel dat het zetten van hun 'tags' pure noodzaak is en het het enige is dat deze jongens hoop geeft in hun keiharde bestaan in favela's.

Als de film vervolgt kom je steeds dichter op de huid van de jongens, over hun verleden en de heftige verhalen over hun relatie met hun ouders. Ook kun eigen kinderen komen in beeld, hoe ze het anders zouden willen voor hen. Hun dromen over een eigen huis, een baan, een beetje geluk.

Alleen de beelden van acties die met een handycam camera door henzelf gefilmd zijn, zijn in kleur. Maar ook heeft de regisseur ervoor gekozen beelden te maken vanuit een helikopter. De groene jungle gaat over in de zwart-witte favela's. Het is op het randje van cliché en het huren van een helikopter is een dure grap. Het plaatst de regisseur letterlijk op een afstand, in de positie van de rijke buitenstaander.

Djan komt met een brief. Het blijkt een uitnodiging te zijn voor de Biënnale van Berlijn. Ook heeft de New York Times een artikel over de acties van de Pixadores gepubliceerd. Als het papierwerk voor elkaar is vertrekken ze naar Berlijn. De regisseur had hier zoveel geluk, op een geven moment wist hij ook even niet meer welke kant het verhaal op zou moeten gaan, maar blijkbaar regisseert het leven zichzelf.

De jongens in Berlijn is het meest confronterende deel van de film. Het is de ‘turning point’ in het verhaal. Tot nu toe hebben we door de ogen van de Finse regisseur de wereld van de Pixadores bekeken, nu bekijken we voor het eerst de westerse wereld door de ogen van de jongens. De culture-clash is enorm. Ze worden meegenomen naar een locatie van de Biënnale in een kerk. In de kerk zijn wanden neergezet waar kunstenaars op hebben geschilderd. De jongens worden als aapjes in het circus neergezet met camera's op hen gericht, maar ze blijven trouw aan zichzelf. Hun werk maken zij in conflict; als protest tegen de ongelijkheid in hun wereld. De afwijzing van de maatschappij en de politie is onderdeel van hun werk.
'Liever gehaat dan genegeerd.' zegt een van hen. Ze besluiten bovenin de kerk te klimmen en de oude muren te beschrijven met hun spuitbussen. De curator, Artur Zmijewski, wordt boos en gooit met verf naar de leider Djan. De gele verf is in opeens in kleur en spat van het scherm. Het gooien van de verf toont de pose van de curator en  het verschil in de noodzaak van de kunstenaars van Pixadores. Waar ligt de grens tussen kunstenaar zijn, anarchist of crimineel? 


De documentaire is indrukwekkend doordat het zo dicht bij de echte levens van de jongens komt en door middel van hun persoonlijke verhaal het grotere politieke conflict aan het licht brengt, maar vooral doordat het de Finse regisseur gelukt is om niet alleen je ogen te openen voor een onbekende wereld zoals de favela’s in San Paolo, maar ook je perspectief op onze eigen maatschappij te doen verschuiven doordat hij je de mogelijkheid biedt onze eigen wereld te zien door de ogen van de jongens uit San Paulo. De documentaire is uiteindelijk meer dan het persoonlijk verlangen van de regisseur naar avontuur. Het biedt een kritische blik op twee werelden.

En daarom was het misschien nog sterker geweest als deze première in zaal 1 van Tuschinski Bioscoop had plaats gevonden. Op het moment dat de aftiteling loopt en het licht aan gaat, kijk je toch even heel anders naar je eigen omgeving.


-Lotte van Geijn 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten